Lotgenoten
Op deze pagina vind je verhalen van volwassen kinderen van plegers. Ze hebben hun verhaal geschreven op vraag van I.T.E.R. of ze hebben hun verhaal ingestuurd. Dat mag jij ook doen. Je kan je verhaal als mail versturen naar brievenbus@familievan.be of via het contactformulier bij contact of onderaan elke pagina.
Je kan vertellen hoe je erachter ben gekomen dat een van je ouders met een probleem zit. Of hoe het voor je was dat de hele zaak uitgekomen is. Misschien wil je iets delen over het jouw leven beïnvloed heeft ? Al je reacties en verhalen zijn welkom.
Mijn vader is...
A. Mijn vader is pedofiel
Kinderen en familieleden van plegers van zedenfeiten komen heel moeilijk met hun verhaal naar buiten. Een jonge vrouw in de Verenigde Staten heeft het wel gedaan en sprak met een journalist over vragen die ze had aangaande haar vader. Ze bezoekt uiteindelijk haar vader in de gevangenis, omdat ze wil weten of hij pedofiel is.
De wetgeving en de sociale omstandigheden zijn heel anders in de Verenigde Staten. We hebben het getuigenis van deze vrouw hier in lichtjes ingekorte versie en anoniem overgenomen, omdat het goed weergeeft met welke vragen iemand zoals deze vrouw van wie de vader van pedofilie verdacht wordt, kan zitten.
B. Het boek Ann (Kristien Hemmerechts)
Op een dag krijgt Kristien Hemmerechts een e-mail van een haar volslagen onbekende vrouw, Ann. Ann stelt Kristien de vraag die ze al dikwijls kreeg: wil je mijn verhaal opschrijven? Voor één keer gaat de schrijfster in op het verzoek. Ann lijdt al jaren aan anorexia, die ongeneeslijk lijkt, en wil een einde aan haar leven maken. Ze torst een incestverleden: een wond waaraan haar familie desnoods geloof wil hechten, maar waarnaar ze niet lijkt te handelen. En dus blijft Ann met haar uitgemergelde lichaam roepen: geloof me.
Kristien Hemmerechts spreekt met Ann, haar broers en haar moeder en nadien ook met (soms onwillige) therapeuten. Ze doet in dagboekvorm verslag van de confrontatie met een onoplosbare familiegeschiedenis en een halsstarrig ziektepatroon. Ze stelt het voortdurend falen vast van de medische en psychologische begeleiding die Ann kreeg. Ze bewondert Anns moed om ondanks alles te blijven vechten.
Kristien Hemmerechts heeft Anns verhaal opgetekend met al het inlevingsvermogen en de absolute eerlijkheid die daarvoor nodig zijn. Ze gaat op zoek naar de maatschappelijke oorzaken van anorexia, betrekt Anns verhaal op zichzelf en worstelt met de eeuwige vraag : in hoeverre is het mogelijk een ander echt te kennen? Ann is uitgegeven door uitgeverij Atlas, Amsterdam en kwam in februari 2008 op de markt. In het boek komen ook de twee broers van Ann aan het woord. Deze broers zijn twee volwassen kinderen van een vader die zijn dochter misbruikte. We vroegen Kristien Hemmerechts daarom of we de verhalen van de twee broers voor deze website mochten gebruiken. Kristien Hemmerechts overlegde met Ann en beide gaven hun toestemming.
Praten over misbruik
Praten over seks is nooit gemakkelijk. Praten over seksueel misbruik is nog moeilijker. En het wordt helemaal moeilijk, als er mensen bij betrokken zijn die u dierbaar zijn.
Hier willen we hulp bieden bij het bespreken van seksueel misbruik op kinderen/tieners met je vader/moeder, je nonkel/tante, je opa/oma,... die hierop (mogelijks) betrokken is.
Misschien leest u deze raadgevingen, omdat u ongerust of bezorgd bent over een situatie die een bepaalde “seksuele geladenheid (gevoel)” heeft. Iets wat u gezien of gehoord heeft dat niet goed aanvoelt.
Leren praten over uw bezorgdheden kan helpen iemand in uw omgeving te beschermen. Het kan ook een groot verschil maken in het leven van een volwassene, tiener of kind die uw hulp nodig heeft.
Hopelijk zal u een weg vinden om over uw bezorgdheden te kunnen spreken. Een gesprek van volwassene tot volwassene is de beste manier om verandering in gang te zetten. We zullen u helpen bij het stellen van vragen om meer te weten te komen over wat er aan de hand zou kunnen zijn. We zullen u helpen uitzoeken welke opties mogelijk zijn en hoe te beslissen welke acties te ondernemen. Maar belangrijker, we willen u helpen om tijdig te kunnen beslissen wanneer het aangewezen lijkt u er professionele hulp bij haalt.
A. Wat is seksueel misbruik?
Dit deel van de website wordt voorbereid
B. Wanneer bespreek je het?
Vertrouw op uw gevoel
Als u gevoelsmatig aanvoelt dat iets niet oké is, bent u misschien geneigd om dit gevoel te negeren. Maar uw gevoel is een reactie op iets bestaands dat u gezien of gehoord heeft. Uw gevoel is daarom geen bewijs dat er iets onrustwekkend aan de hand is. Maar uw gevoel is belangrijk genoeg om het ernstig te nemen.
Heeft u ooit al iemand met een kind zien spelen en u daar ongemakkelijk bij gevoeld? Misschien dacht u: “Ik ben gewoon aan het overreageren.” Of: “Hij/zij meent dat niet echt.” Negeer geen opmerkingen of gedrag, leer er over te praten of stel meer vragen over wat u heeft gezien. De controlelijst hieronder toont enkele waarschuwingssignalen.
C. Signalen (controlelijst)
Kent u een volwassene of adolescent/jongvolwassene die:
-
een kind of tiener niet toelaat zijn/haar eigen grenzen te stellen (bv. zegt aan een tiener dat alleen een ouder kan beslissen wanneer privacy toegestaan is, zelfs in de badkamer)?
-
aandringt bij een kind aan te raken, te knuffelen, kussen, kietelen, worstelen of een kind/tiener vasthoudt, zelfs wanneer hij/zij deze affectie niet wenst?
-
overdreven geïnteresseerd is in de seksualiteit van een bepaald kind/tiener (bv. spreekt herhaaldelijk over het ontwikkelende lichaam van het kind of bemoeit zich met normale tienerafspraakjes)?
-
erop staat om zich te mogen afzonderen met een kind/tiener?
-
het meeste van zijn/haar tijd doorbrengt met kinderen/tieners en weinig interesse heeft in tijd doorbrengen met mensen van zijn/haar eigen leeftijd?
-
regelmatig aanbiedt om gratis te babysitten op verschillende kinderen of kinderen alleen op uitstapjes meeneemt?
-
kinderen/tieners dure cadeaus koopt of hen geld geeft zonder duidelijke reden?
-
kinderen/tieners alcohol of drugs aanbiedt wanneer er geen andere volwassenen in de buurt zijn?
-
regelmatig binnenloopt bij kinderen/tieners in de badkamer?
-
kinderen/tieners toestaat consequent weg te komen met ongepast gedrag?
WAARSCHUWINGSSIGNALEN DAT EN VOLWASSENE SEKSUELE GEDRAGSPROBLEMEN ZOU KUNNEN HEBBEN
Misschien is het zelfs een dierbaar iemand die zich op een seksueel getinte manier gedraagt die u verontrust of in de war brengt.
Ken je iemand die:
-
regelmatig een speciaal kindvriendje heeft, misschien elk jaar een ander.
-
het meeste vrije tijd spendeert aan activiteiten met kinderen/tieners, eerder dan met andere volwassene.
-
geen hechte vriendschapsrelaties heeft met volwassenen- lacht met de lichaamsdelen van een kind, een kind seksueel getinte namen geeft zoals “dekhengst”, “hoer” of “slet”.
-
telkens opnieuw spreekt over seksuele activiteiten van kinderen/tieners.
-
aanmoedigt dat kinderen geheimen met hem kunnen hebben.
-
spreekt over seksuele fantasieën met kinderen/tieners en die niet duidelijk is over wat wel en niet kan met kinderen/tieners.
-
goedpraat dat hij zelf als kind blootgesteld was aan geweld, pornografie of seksueel gedrag.- zoveel masturbeert dat het belangrijke dagelijkse activiteiten begint te belemmeren.- pornografie download van het internet en het niet wil tonen omdat er kinderen betrokken zijn?
Elk van deze signalen op zich betekent nog niet dat er een kind in gevaar is. Maar als u enkele van deze signalen ziet bij iemand die u kent, begin dan vragen te stellen. Misschien denkt u bij uzelf: “de dingen die ik opmerk, zijn nog net normaal.” Om te weten wat normaal is en wat niet, kan je leren over wat gezonde seksualiteit is. Klik eens door naar de volgende link voor meer info. De stap zetten om het te bespreken en bevragen is niet steeds evident. U kan daarom de tips doornemen en toepassen die in de volgende paragraaf staan.
1. De eerste stap
Zoek een bondgenoot
Alvorens u een gesprek begint over wat u gezien of gehoord heeft, kan het nuttig zijn om met iemand anders, die deze persoon goed kent, te praten. Een familielid of een dichte vriend zou uw bezorgdheid kunnen delen. U zou ook iets kunnen horen als “Bemoei je met je eigen zaken.” of “Zoek geen problemen.”. Deze antwoorden betekenen niet dat uw bezorgdheden niet echt zijn. De andere persoon kan wat tijd nodig hebben om zich gemakkelijker te voelen bij het onderwerp. Het is mogelijk dat u het aan meerdere personen zult moeten vragen om iemand te vinden die het begrijpt. Het is nuttig ten minste één persoon te kennen die om u geeft, die met u kan praten over uw bezorgdheden en die u steun kan bieden.
Denk na over wat u wilt zeggen
Denk na over welke boodschap u wilt overbrengen. Kies een paar van de meest belangrijke punten voor uw eerste gesprek. U zou kunnen aanbrengen dat u om de persoon geeft en de persoon laten weten dat u openstaat om te praten. U moet in staat zijn om uw bezorgdheden te beschrijven over het seksueel gedrag dat u opgemerkt heeft. Onthoud: niemand vindt het gemakkelijk te spreken over gedrag ten opzichte van kinderen dat seksueel zou kunnen zijn. U zou iemand kunnen vragen om het gesprek samen voor te bereiden. Als u nog geen bondgenoot heeft, oefen wat u wilt zeggen luidop tegen uzelf. Het kan aanvankelijk wat vreemd voelen, maar als u uzelf de woorden heeft horen zeggen, zal het veel gemakkelijker zijn om ze tegen iemand anders te zeggen.
Kies de tijd en de plaats om te praten
Denk na over waar u het gesprek wilt laten doorgaan. Kies een plaats die veilig, comfortabel en relatief privé is. Vraag dan aan de andere volwassene of hij/zij u kan ontmoeten. Dit klinkt formeel, maar het kan zo eenvoudig zijn als “kunt u morgen langskomen voor een koffie en een babbel ? Welk uur zou u passen ?” Of, “laten we praten, nadat uw kinderen gaan slapen zijn.”
2. Het gesprek
Het gesprek beginnen
Veel mensen die in de knoop zitten met gedachten of gevoelens die ze niet begrijpen, voelen zich alleen. Ze weten niet tegen wie ze kunnen praten. Mensen die seksueel misbruik pleegden, wensten vaak dat iemand hen rechtstreeks had gevraagd “wat er aan de hand is”. Als het gesprek te moeilijk wordt of één van beide wordt erg kwaad, stop dan. Overweeg wat uw volgende stappen zullen zijn. Misschien zult u er andere volwassenen moeten bij betrekken. U kunt eenvoudigweg zeggen “laten we morgen opnieuw proberen”. Dit gesprek is niet uw enige kans. Het is nog maar het begin.
Woorden om mee te starten: “Ik heb geworsteld met hoe ik hierover met jou moet praten. Laat me beginnen met te zeggen dat ik heel veel om u geef. Ik zou niet met mezelf kunnen leven als ik je dit niet zou vragen.”
Onderzoek de situatie zonder beschuldiging
Denk aan het gesprek als een kans om te praten over gedragingen, over wat u gezien en gehoord heeft. Praten over conclusies is niet altijd nuttig als eerste stap. Zeg meteen aan de andere persoon: “Dit is geen beschuldiging”. Als u broers of zussen hebt en spreekt met uw ouder, beklemtoon dat u bezorgd bent (zoals u weet dat zij dat ook zijn) over hun veiligheid.
Beslissen of het veilig is om te spreken
Als iemand een verleden heeft van woede of geweld, zou het niet veilig kunnen zijn om dit gesprek te voeren of om alleen te praten. Denk samen met uw bondgenoot na of u dit gesprek kunt voeren en veilig kunt zijn. Als u beslist dat het niet veilig is, neem de tijd om hulp van buitenaf te vinden om u te helpen. Als u echt wil dat iemand u vertelt wat hij/zij gedaan heeft of voelt, moet u als eerste de moeilijke woorden met vermoedens en bezorgdheden uitspreken.
Doen
-
Scheid de persoon van het gedrag: “Ik voel me ongemakkelijk wanneer je spreekt over 12- of 13-jarige meisjes op zo’n seksuele manier. Ik denk dat er andere meer gepaste manieren zijn om opmerkingen te maken over deze knappe jonge meisjes.”
-
Stel rechtstreekse en eenvoudige vragen: “Word je opgewonden wanneer je naar kinderen kijkt of naar een kind in het bijzonder ?”
-
Benoem het specifieke gedrag dat u gezien heeft en druk uw reactie uit: “Het is me opgevallen dat je vaak naar je 5-jarig nichtje staart wanneer ze zich omkleedt. Ben je je daar bewust van ? Ik voel me ongemakkelijk, wanneer ik je dat zie doen.”“We hebben hier nog niet over gesproken, maar ik heb je een erectie zien krijgen, terwijl Emma op je schoot zat. Ik voel me daar niet gemakkelijk bij.”
-
Vervolg met meer vragen, indien de antwoorden die je krijgt niet duidelijk of niet volledig zijn: “Wanneer je zegt ”we waren maar wat aan het gek doen”, wat bedoel je daar mee? Ik heb gezien dat je zijn/haar intieme lichaamsdelen aanraakte, toen je aan het ‘gek doen’ was.”
Niet doen
-
Trek geen overhaaste conclusies: “Ik neem aan dat je niet de lieve man bent die ik dacht dat je was. Je bent precies een pervert die op kinderen jaagt.”
-
Veralgemeen niet: “Ik ben bezorgd over hoe jij je overal gedraagt bij jonge meisjes.”
-
Gebruik geen algemene etiketten: “Heb je onze zoon seksueel lastiggevallen?”
-
Aanvaard geen antwoorden tot ze u de informatie geven die u nodig heeft: “Ik veronderstel dat ’t oké is. Iedereen doet wel eens gek nu en dan.”
Het eerste gesprek beëindigen
Denk eraan, dit is geen eenmalig gesprek. Vaak zijn er meerdere gesprekken nodig om iemand echt te bereiken. Het is uw taak om het gesprek bij uw bezorgdheden te brengen en te houden. Wees niet verbaasd als de luisteraar defensief of kwaad wordt. Blijf liever kalm, dan de ander in zijn kwaadheid te evenaren. Als er te veel kwaadheid en angst is, kan u stoppen en zeggen dat jullie op een ander moment zullen moeten verder praten. Wees duidelijk dat u nog steeds bezorgd bent. Jullie beiden zullen tijd nodig hebben om na te denken. Maar, als u bezorgd bent over uw directe veiligheid of dat van een kind, zoek dan hulp bij een Daderhulpcentrum, Slachtofferhulp, Vertrouwenscentrum Kindermishandeling en/of bij de Politie.
Woorden om mee te eindigen: “Hé, ik heb nu wel veel gezegd. Misschien heb je wat tijd nodig om erover na te denken. Ik kom snel nog eens langs om verder te praten.” Of “Kunnen we allebei nadenken over wat er gezegd is en afspreken om verder te praten over enkele dagen?”
Ventileer
U heeft misschien dingen vernomen die u beangstigen. U voelt zich misschien schuldig, omdat u niet vroeger iets heeft gezegd. U heeft misschien nog meer vragen die u wilt stellen. Praat met iemand over hoe het gesprek gelopen is en wat u erbij gevoeld heeft. U zal misschien tijd nodig hebben om na te denken over wat u verder wil doen. Als u niemand heeft om mee te praten, bel dan een hulplijn voor ondersteuning. Je kan 24u op 24 bellen naar Tele-Onthaal (in België gratis op nummer 106 – in Nederland op nummer 0900-0767 tegen 5 cent per minuut) of kijk eens op de pagina “hulp vragen”
3. Eventueel verdere stappen
Optie 1: Rood licht
U bent te weten gekomen dat er een kind seksueel misbruikt is.
Als u erop uitgekomen bent dat iemand een kind seksueel misbruikt heeft, haal diep adem. U heeft een erg moeilijke weg af te leggen, maar je bent niet alleen. Er is hulp beschikbaar: Vertrouwenscentrum Kindermishandeling, slachtofferhulp, politie…
Optie 2: Oranje licht
Er is geen bewijs van seksueel misbruik. Niemand heeft u over misbruikgedrag verteld, maar toch maakt u zich zorgen.
Door stappen te zetten zoals eerder beschreven, bent u al begonnen met een veiliger huis en/of een veiligere buurt te creëren. Er zijn twee dingen die u altijd kunt doen: blijf betrokken bij de mensen over wie het gaat, en blijf praten over wat u ziet en voelt.
Als het mogelijk misbruik zich voordoet in uw gezin, bent u alleen al door te praten en luisterbereid te zijn begonnen om meer veiligheid in het gezin te creëren. Volgende stappen die u zou kunnen ondernemen, zijn, andere ‘veilige’ volwassenen bij de familie betrekken en vrienden en professionelen in het leven van uw kind betrekken. Dit kan een goed moment zijn om duidelijke familiale grenzen te trekken en af te dwingen, of regels te maken rond privacy, aanrakingen en lichamelijke en seksuele ontwikkelingen van het kind. Het belangrijkste is betrokken te blijven in het leven van uw kind en bij zijn activiteiten. Blijf kijken naar wat er rond u gebeurt en rondom de kinderen waar u om geeft.
U kunt uw kind helpen te beschermen voor seksueel misbruik door een veiliger omgeving rond hem/haar te creëren:
Leer over de waarschuwingssignalen en waarnaar te kijken bij volwassenen, tieners en kinderen op de volgende sites: (https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kindermishandeling/vraag-en-antwoord/hoe-herken-ik-seksueel-misbruik-bij-een-kind, https://www.seksueelgeweld.nl/signalen/ en https://www.allesoverseks.be/seksueel-misbruik#title3) .
-
Spreek met de mensen die dicht bij u staan over seksueel misbruik bij kinderen.
-
Leer alle leden van het gezin om privacy te respecteren bij aan- en uitkleden, bad-momenten, slapen en andere persoonlijke activiteiten.
-
Bespreek wat u ziet dat volgens u niet oké is. Onderbreek gedrag en praat met de volwassene, het kind of de tiener die zich in de situatie bevindt over wat u ongemakkelijk maakt.
-
Zorg ervoor dat niemand in uw gezin zich alleen voelt.
Optie 3: Groen licht
U bent zeker dat seksueel misbruik niet zal voorvallen. En u wil meer doen om zeker te zijn dat het kind veilig en beschermd is.
Dit is het beste nieuws van allemaal. U bent niet langer bezorgd. Nu heeft u de kans om voor de personen die u dierbaar zijn, een veilige omgeving te creëren. Als u deze raadgevingen hebt geprobeerd, hebt u al een grote stap gezet. U heeft veel geleerd over een heel moeilijke kwestie. U bent beginnen praten met uw familie en met uw omgeving. En u heeft bondgenoten en mensen gevonden die u en de mensen waar u om geeft, kunnen ondersteunen.
U kunt ook een voorbeeld voor anderen zijn. Probeer wat u geleerd heeft te delen met mensen uit de plaatselijke school, uit uw buurt, uit de organisaties waar u lid van bent. Dit is een kans voor u en voor de volwassenen rondom u om de verantwoordelijkheid te nemen om seksueel kindermisbruik te voorkomen. Wanneer u de leiding neemt, kan het een groot verschil maken voor iedereen die om kinderen geeft. Wanneer uw omgeving betrokken wordt, dan wordt de verantwoordelijkheid om seksueel kindermisbruik te voorkomen steeds gemakkelijker.
Waarom ik?
Waarom ik? Een pagina met antwoorden op veel gestelde vragen.
Veel websites hebben een rubriek “veelgestelde vragen”. Zo’n rubriek peilt naar de vragen die leven bij de bezoekers van de website en probeert dan antwoorden op de verzamelde vragen te geven. Op de gewone I.T.E.R.-site waar we de werking van ons centrum voorstellen, vind je zo’n pagina met veelgestelde vragen die over seksueel misbruik gaan.
Deze rubriek is anders opgevat. I.T.E.R. is een centrum voor daderhulp en de cliënten van ons centrum zijn plegers van zedenfeiten. We hebben aan onze cliënten, aan plegers dus, gevraagd met welke vragen hun kinderen zouden kunnen zitten. En een van de vragen die heel vaak bij plegers opkwamen, is “Waarom ik”. Plegers denken dus dat hun gezinsleden met vragen zitten als 'Waarom moet dat in mijn gezin gebeuren?" Plegers stellen zich in therapie natuurlijk ook die vraag, maar daarover gaat het hier niet. Kijk daarvoor maar eens naar de knop “Waarom ik?” op de I.T.E.R.-website.
Hier vind je dus niet de vragen waarvan we zelf vermoeden dat jullie ermee zitten, maar de vragen waarvan plegers denken dat hun kinderen ermee zitten. Misschien vind je dit wel een heel rare manier van werken. Je zoekt antwoord op jouw vragen, en je in de plaats daarvan antwoorden op vragen die plegers gesteld hebben. We hopen dan ook dat je wil reageren en dat je jouw stem wil laten horen.
1. Waarom heeft mijn ouder zoiets gedaan? Waarom moet mij dat overkomen? Is mijn familie de enige waarin zoiets voorvalt?
Dit zijn de vragen die bij plegers steeds terugkomen. Ze denken dat hun kinderen over deze vragen veel piekeren. Ze stellen de vraag ook aan zichzelf. waarom heb ik dit gedaan? Daarom is er op de I.T.E.R.-website ook een knop “Waarom ik?”. Maar plegers vermoeden dus dat hun familieleden die vraag ook stellen. Voluit luidt ze dan “waarom moet mij dit overkomen”? Waarom gebeurt dit in mijn familie? Ook hulpverleners melden dat kinderen van plegers vaak met die vraag zitten.
Deze vraag toont meteen aan hoe zwaar het is om kind/familielid van een pleger van seksueel misbruik te zijn. Wellicht wil niemand dat zijn. Het is een last, een probleem dat er beter niet geweest was. Soms wordt deze vraag begeleid door gedachten als: had ik iets moeten doen om het te voorkomen? Ligt het niet ook een beetje aan mij? Heb ik het misschien verdiend dat ik hiermee gestraft word? Immers, waarom heeft MIJN papa of mama zoiets gedaan? Waarom moet mij dat overkomen?
Alhoewel het heel normaal is in een verwerkingsproces om deze gedachten en vragen te hebben, is het antwoord op deze vraag heel simpel: de verantwoordelijkheid ligt bij de pleger. Zijn probleem is niet jouw probleem. Zijn probleem is dat hij feiten gepleegd heeft; jouw probleem is dat die feiten ook gevolgen voor jou hebben.
Waarom overkomt mij en mijn familie dan zoiets? Deze vraag kan in twee stukken uiteen gehaald worden: waarom worden feiten van seksueel misbruik gepleegd? En waarom is dit in mijn familie gebeurd? Op de eerste vraag proberen we een antwoord te geven bij de veelgestelde vragen op onze I.T.E.R.-site. Het maakt deel uit van elke dadertherapie om daarover na te denken. Op de tweede vraag is het antwoord niet gemakkelijk, maar in ieder geval komt seksueel misbruik niet uit de lucht vallen. Het is geen straf of de “gesel van het noodlot”. Zie ook de vraag: “gaat mij dat ook overkomen?”
Is mijn familie dan de enige waarin zoiets voorvalt? Nee.
In 2002 werden er in België 70208 meldingen van “misdrijven tegen de lichamelijke integriteit” bij de politie geregistreerd. Hoeveel families van plegers zouden hierbij betrokken zijn? En hoeveel families hebben bovendien nog te maken met plegers die niet gemeld worden bij de politie? Seksueel misbruik is zeker geen probleem dat maar zelden voorkomt. Familieleden kunnen wel dat gevoel hebben, omdat er weinig over gesproken wordt. De schaamte is groot. Op deze link vind je meer info over cijfergegevens.
2. Gaat mij dat ook overkomen? Heb ik een risico om zelf pleger te worden?
Dit is een normale en goede vraag. Als iemand in de familie een ernstig probleem krijgt (bv. een ziekte) dan stellen de meeste mensen zich de vraag of de mogelijkheid bestaat dat zij zo’n probleem ook kunnen krijgen. We denken bij problemen al gauw dat erfelijkheid of het noodlot er een rol in spelen, denk maar aan het gezegde “zo vader, zo zoon”.
Er is veel onderzoek waaruit blijkt dat van "volwassen criminaliteit in huis" een negatieve invloed uitgaat op jeugdige huisgenoten. Als vader of moeder in de gevangenis hebben gezeten, dan bestaat er een verhoogd risico dat inwonende kinderen later ook zelf criminele feiten plegen. Dit is echter niet apart aangetoond voor seksueel misbruik. Er is dus geen bewijs dat “zo vader, zo zoon” op seksueel misbruik van toepassing is. Het is niet omdat één van jouw ouders seksueel misbruik heeft gepleegd, jij later ook pleger zult worden.
Natuurlijk heeft de familie waarin je opgroeit, invloed op je latere leven. Wie thuis als kind met ongepaste seksuele voorbeelden geconfronteerd wordt, moet daar op een of andere manier mee leren omgaan. Sommige kinderen uit gezinnen met heel veel problemen, groeien op tot gerespecteerde volwassenen. Anderen hebben het er veel moeilijker mee. Eigenlijk is nog niet geweten wat maakt dat de een met zijn verleden zo anders leert omgaan dan een ander. Het is dus belangrijk om niet alleen naar risicofactoren te kijken (“ongepaste seksuele voorbeelden”) maar ook naar beschermende invloeden, naar positieve factoren die goed lopen bv. vertrouwenspersoon, vrienden.
Je wordt niet geboren als seksuele delinquent. Je erft het misbruikgedrag van vader of moeder of van andere familieleden niet zomaar over. Iedereen kan keuzes maken en zo afstand nemen van “het misbruikgedrag” dat misschien in je familie/gezin huist. De wetenschappelijke kennis omtrent seksueel misbruik is toegenomen. Wetenschappers hebben een duidelijker zicht op wat mogelijke oorzaken en instandhoudende factoren van misbruik zijn. Deze toegenomen kennis heeft ervoor gezorgd dat ook in de hulpverlening meer aandacht is voor plegers van seksueel misbruik en hun familieleden. Er kan nu over heel wat gesproken worden en over heel wat nagedacht worden en er is heel wat hulp beschikbaar, ook voor jou (zie vraag 6). Dat was vroeger wel anders. David Finkelhor is een internationaal gerespecteerd onderzoeker op het vlak van seksueel misbruik op kinderen en in zijn laatste boek Childhood Victimization (feb 2008, Oxford University Press) toont hij met heel wat onderzoek en cijfers aan dat seksueel misbruik nu minder voorkomt dan pakweg 10 of 20 jaar geleden. Het probleem is niet opgelost en er blijven nog heel wat knelpunten, maar we gaan erop vooruit.
Dankzij veel onderzoek en veel gesprekken met plegers en slachtoffers weten we nu veel meer over misbruik dan vroeger. Dit is een voordeel. Nu kan je hulp zoeken en kan er aangepaste hulp geboden worden. Vroeger kon dit niet of was dat in ieder geval veel moeilijker. Er bestaan ook veel mythes over seksueel misbruik. Het is goed om degelijk geïnformeerd te zijn. Op de site van seksueelgeweld.be vind je ook een overzicht van dergelijke mythes. Kijk eens rond op de pagina's die over seksueel misbruik gaan
3. Waarom moet ik mee slachtoffer zijn van wat mijn ouder gedaan heeft? Hoe moet ik met de persaandacht leven?
Vaak worden kinderen of familieleden aangesproken op het delinquent gedrag van een verwante: laat hem vallen anders vertrouwen we jou ook niet meer! Vooral partners, maar ook de kinderen kunnen hiermee geconfronteerd worden. Dat is een oneerlijke keuze. Kinderen moeten vrij zijn en vrij kunnen beslissen dat ze het gedrag van vader of moeder bijvoorbeeld afkeuren, maar daarom het contact met vader of moeder niet verbreken. Zo zijn we bij een andere vraag. Is het normaal dat ik mijn papa of mama nog graag zie (zie vraag 4)?
Veel zaken van seksueel misbruik komen in de pers. Soms ook kleine zaken die toevallig door een wakkere journalist in de rechtszaal worden opgepikt en zo toch in de krant belanden. Maar ook de grote zaken die breed uitgesmeerd worden, maken telkens weer de herinnering aan een eigen misbruikgeschiedenis in de familie wakker. Zo worden telkens de herinneringen opnieuw bovengehaald.
De pers heeft een belangrijke rol in de samenleving en brengt naar buiten wat mensen bezighoudt en waar ze zich zorgen over maken. Dat wil niet zeggen dat de pers altijd gelijk heeft, maar ze is wel een realiteit waarmee rekening moet gehouden worden. Journalisten hebben geen recht om in iemands privé-leven binnen te dringen. Als je zelf niet in de kijker loopt, blijven de media ten opzichte van de familie meestal ook wel op afstand.
Het effect van persbelangstelling is echter dat de buurt en de kennissenkring ook geïnformeerd kan geraken. Een artikeltje kan nog zo klein en anoniem zijn, er is altijd wel iemand die uit de initialen en andere details de identiteit van de verdachte kan afleiden. Wat er dan kan gebeuren, is weer heel verschillend maar meestal wel ingrijpend.
Plegers die deze vraag aangebracht hebben, maakten het zelf mee. Je moet als kind van een pleger sterk in de schoenen staan om zo’n storm goed door te komen. Er is helemaal niets mis mee om op zo’n ogenblikken hulp te zoeken (zie vraag 6). Steun bij een vertrouwenspersoon in de familie of bij vrienden of kennissen kan heel belangrijk zijn. Sommigen overwegen dan om te verhuizen of om de pleger de rug toe te keren. Het is kiezen tussen twee kwalen: standhouden en niet toegeven (maar ten koste van wat?) of plooien en opgeven. In ieder geval is het dan belangrijk om geen overhaaste beslissingen te nemen. Maar het leven zal niet meer zijn als voorheen.
4. Is het normaal dat ik mijn ouder nog graag zie? Is mijn ouder een monster?
Dit is normaal. Hulpverleners noemen dit loyaliteit. Volgens het woordenboek betekent loyaliteit hetzelfde als trouw. Loyaliteit is een onzichtbare verbondenheid tussen ouder en kind. Het kind wil trouw zijn aan de ouder, omdat het zijn leven aan zijn ouders dankt. Als het goed gaat, ontstaat er van na de geboorte een positieve spiraal tussen ouders en kind, een spiraal van betrouwbaar zijn, vertrouwen geven, van erkenning geven en krijgen voor dit vertrouwen.
Hoe ernstig mishandeling of verwaarlozing ook kan zijn, het blijft een feit dat het kind zijn leven gekregen heeft van zijn ouders. En hoe gering soms ook, vaak is er sprake van goede dingen die ouders doen of hebben. Deze kinderen blijven loyaal, maar de loyaliteit gaat gepaard met schuldgevoel en (terechte) woede.
Kinderen wensen daarom soms duidelijk het misbruikgedrag van vader of moeder af te wijzen, zonder daarom vader of moeder zelf af te wijzen. En natuurlijk hebben kinderen het recht om dat te doen. Zoals kinderen ook het recht hebben om vader of moeder wel te verwerpen, indien de maat echt vol is. Soms is het nodig en voelt het oké om dat te doen, en verandert dat later weer.
Maar al te vaak willen mensen echter kinderen van plegers helpen door ze te duwen in de richting van het verwerpen van de ouders. Dat kan een goede oplossing zijn, maar dat is het zeker niet altijd en niet voor alle kinderen. Kinderen moeten vrij kunnen kiezen hoe ze zich ten opzichte van de fouten van hun ouders willen opstellen.
De tijden zijn veranderd en nu zijn er veel meer mogelijkheden om hulp bij problemen te zoeken. Soms kan het een helpende gedachte zijn dat je ouders vroeger niet de mogelijkheid hadden om hulp te zoeken. De maatschappij wist nog niet zo duidelijk wat er allemaal schadelijk is voor kinderen en hoe dit moet aangepakt worden. Dit praat mishandeling, misbruik of verwaarlozing zeker niet goed. Maar het kan helpen om te begrijpen, voor wie dat wil.
Wat we wel weten is dat monsters niet bestaan. Mensen kunnen vreselijke dingen doen. Soms heel gruwelijke. En die mensen kunnen vader of moeder zijn en kinderen hebben. Kinderen hebben echter de mogelijkheid om dingen anders te doen. Om over moeder en vader na te denken, er afstand van te nemen en ze toch nog graag te zien. Zo ingewikkeld en toch zo duidelijk kan het leven soms zijn. Maar makkelijk is het voor kinderen van plegers bijna nooit.
5. Wat is misbruik? Wat zijn de gevolgen voor het slachtoffer?
Plegers denken dat hun familieleden met deze vragen bezig zijn. En terecht.
https://www.allesoverseks.be/seksueel-misbruik
Dit deel van de website wordt voorbereid
6. Bij wie kan ik terecht voor informatie of hulpverlening?
-
Je kan bij I.T.E.R. terecht via mail brievenbus@familievan.be.
-
Je kan ook altijd bij een huisarts aankloppen.
-
Bij de centra geestelijke gezondheidszorg kan je met vragen voor hulp en ondersteuning terecht.
-
Bij de Vertrouwenscentra Kindermishandeling kan je ook anoniem over misbruik en mishandeling spreken.
-
Soms kan herstelbemiddeling helpen. Spreek er eerst over of bemiddeling iets voor jou is. Het is een ingrijpend proces, maar dat ook helend kan werken.
-
En de Centra voor Slachtofferhulp zijn er om je verder te helpen in je zoektocht naar herstel.
-
Op deze website van de Vlaamse Overheid vind je trouwens nog heel wat meer informatie over het thema Welzijn en Justitie.
7. Gaat mijn ouder zijn/haar handen thuishouden van mijn lief? Kan ik mijn ouder als oppas voor mijn kinderen vragen?
We nemen deze twee vragen samen, omdat ze over hetzelfde gaan: is mijn papa/mama nog te vertrouwen ? Dit is een heel belangrijke vraag waar geen eenvoudig en simpel antwoord op bestaat, maar waar in ieder geval goed over nagedacht moet worden. Het is al een heel pluspunt dat je die vraag stelt. Het is een vraag die peilt naar het terugvalrisico (dit is de kans dat iemand nieuwe feiten pleegt) van een pleger.
Niet alle plegers hervallen en niet alle plegers misbruiken kinderen uit de eigen familie. Het risico op terugval waarbij een pleger bijvoorbeeld de eigen kleinkinderen zou misbruiken, kan dus niet zomaar algemeen ingeschat worden. Elke situatie is anders. Daarenboven is vertrouwen niet alleen een kwestie van kunnen inschatten of er daadwerkelijk een risico op seksueel grensoverschrijdend gedrag bestaat. Als het vertrouwen in vader of moeder geschonden is, spelen ook andere overwegingen een rol.
Een eerste overweging is alvast of de pleger bereid geweest is of bereid is om grondig over zijn misbruikfeiten na te denken. Niet alle plegers hervallen, dat is zeker waar. Maar anderzijds overvalt misbruik niet zomaar iemand. Daar zijn redenen toe. En misbruik richt schade aan. Rechtstreekse schade bij het slachtoffer, maar vaak ook onrechtstreekse schade bij familieleden, vrienden en kennissen. Daarmee in het reine komen vraagt moed en tijd. Hulp kan daarbij helpen en biedt ook een grotere garantie dat het denken grondig en toekomstgericht gebeurt.
Een andere overweging is hoe je jezelf voelt. Voel je je veilig? Is het vertrouwen hersteld? Is vader bereid om rekening te houden met bezorgdheden of vindt hij dat de bladzijde maar meteen moet omgeslagen worden. Neem je eigen twijfels ernstig, maar luister ook naar anderen.
8. Wat moet ik doen als mijn ouder in de gevangenis zit? Wat moet ik doen als mijn ouder vrijkomt uit de gevangenis?
Niet alle plegers komen in de gevangenis. Ook niet als er klacht bij de politie geweest is en zelfs niet altijd als de rechter ze schuldig bevonden heeft. Elke situatie is anders, elk misbruik is anders en elke gerechtelijke afhandeling van een beschuldiging is anders.
Maar de kans bestaat natuurlijk wel bij zedenfeiten dat de pleger in de loop van het vooronderzoek en na veroordeling door een rechter voor een tijd achter de tralies verdwijnt. De familie zit dan met de levensgrote vraag : “En nu ?” Misschien zijn er ernstige financiële gevolgen voor het gezin. Misschien raakt het bekend in de familie of in de buurt en zijn er ernstige sociale gevolgen.
Veel mensen in de samenleving vinden dat plegers van seksueel misbruik voor de rest van hun leven moeten blijven zitten. Toch zitten zeker niet alle plegers een gevangenisstraf uit. We moeten het bijna bij elke vraag herhalen: elke situatie is anders. Hoe erg zijn de feiten? Is er sprake van terugval? Hoe zijn de feiten uitgekomen? En welke stappen zetten de pleger en de familie? Als een pleger in de gevangenis belandt, heeft dit uiteraard ook heel wat gevolgen voor zijn of haar familie.
De gevangenis heeft voor de maatschappij verschillende functies: straf (genoegdoening), afschrikking en het onmogelijk maken dat iemand nog feiten pleegt. Maar ook voor een pleger kan gevangenisstraf een positieve bijdrage leveren om met zichzelf in het reine te komen: boetedoening, loutering. Voor de familieleden kan gevangenisstraf een hele beproeving zijn: wegvallen van een kostwinner, met de vinger gewezen worden, zich vrijmaken voor tijdrovende bezoekjes,enz. Sommige families hebben een traditie van onmin met de samenleving en trekken zich niets aan van gevangenis. Sommige verzetten er zich heel erg tegen en schreeuwen de onschuld van de gedetineerde uit of het onrecht dan hen wordt aangedaan. Maar voor de meeste is gevangenis een schande, een brandmerk, een drama. En seksueel misbruik is misschien nog een van de meest schaamtevolle delicten. Plegers dringen er soms bij hun familie op aan om de gevangenis verborgen te houden voor de kinderen. Ze zijn “naar ’t buitenland op reis” of ze zijn “opgenomen in een ziekenhuis”, enzovoort …
Als vader weer vrijkomt, breekt er dan ook een moeilijke periode aan van herintegratie in de samenleving. Dat plegers vermoeden dat hun kinderen met deze vragen zitten, toont aan hoe moeilijk dit allemaal kan verlopen en hopen dat hun kinderen hierbij betrokken kunnen geraken.
Psychotherapie-BRUG is een dienst die geestelijke gezondheidszorg biedt aan mensen in detentie in de drie Brusselse gevangenissen: Vorst, Sint-Gillis en Berkendaal. Zit jouw ouder of ander familielid in de gevangenis en heb jij nood aan een gesprek hierover, neem gerust contact op via psychotherapie-brug@ahasverus.be of 02 512 67 84.
9. Volstaat het als mijn ouder zegt dat hij/zij inziet dat hij/zij iets fout gedaan heeft?
Ook deze vraag is gesuggereerd door plegers zelf. Ze kennen zichzelf. Ze weten dat ze niet altijd te betrouwen geweest zijn en dat een verontschuldiging daarom nog niet geloofwaardig is.
Iemand kan het echt heel gemeend zeggen, maar ernaar handelen is nog iets anders. Maar iemand kan het ook vlotjes zeggen om er vanaf te zijn. Woorden kosten niets. Nee, in dit geval volstaan woorden dus niet. Vertrouwen is niet een zaak van alles of niets. Vertrouwen kan weer opgebouwd worden, maar dan zal het verdiend vertrouwen zijn. Het is zeker een belangrijke stap voorwaarts naar herstel, als iemand kan zeggen dat het hem spijt. Maar het volstaat niet. Wat iemand doet, hoe respectvol hij zich gedraagt, is ook belangrijk. Misbruik wordt niet met één spijtbetuiging van tafel geveegd.
10. Mag ik mijn ouder geloven als hij/zij zegt dat hij/zij pedofiel is, maar dat hij/zij geen strafbare feiten pleegt?
Dat kan. Pedofilie is een term die door psychiaters gebruikt wordt om een psychiatrische stoornis aan te duiden. In psychiatrische zin is pedofilie dus iets anders dan wat er in de media wordt onder verstaan. Sommige plegers van zedenfeiten op kinderen zijn pedofiel in de psychiatrische zin van het woord maar de meeste plegers zijn dat niet.
Wat is die psychiatrische definitie dan? Pedofilie hoort bij de groep van de parafiele stoornissen. Dat zijn stoornissen van het seksueel verlangen die worden gekenmerkt door sterke opwinding, wederkerende seksuele fantasieën, intense aandrang en gedragingen en dit gedurende ten minste zes maanden. Deze impuls moet als afwijkend worden ervaren ten aanzien van de culturele normen en moet gepaard gaan met ernstige problemen die de persoon zelf op sociaal of beroepsvlak of op andere levensdomeinen ervaart. Wanneer dat gestoord parafiel verlangen gericht is op kinderen van min-13 jaar, spreekt de psychiater van pedofilie.
Deze definitie is nogal beperkend en vele plegers van kindermisbruik vallen er niet onder. Zij lijden dus niet aan een psychiatrische stoornis maar zijn plegers van strafbare feiten.
Anderzijds is het mogelijk dat iemand aan de parafiele stoornis pedofilie lijdt, maar geen strafbare feiten pleegt. Denken we bijvoorbeeld aan iemand die een sterke opwinding voelt als hij kinderen ziet, over deze kinderen fantaseert en er zich bij masturbeert. Het klinkt heel vreemd en misschien ook wel afstotelijk. Maar zo iemand stelt geen strafbare feiten (opgepast : kinderporno van het internet afhalen is weldegelijk strafbaar). Het mag ook niet onderschat worden, welke worsteling zo iemand soms dagelijks moet leveren om zich te beheersen. Gelukkig kan therapie ook deze mensen helpen, indien ze gemotiveerd zijn om aan verandering te werken.
11. Hoe moet ik met een slachtoffer omgaan? Hoe worden slachtoffers bekeken?
Deze website en deze vragen zijn bedoeld voor kinderen van plegers die niet zelf rechtstreeks slachtoffer geworden zijn. Niet elke pleger maakt directe slachtoffers: lees het verhaal van Dirk Bracke er eens op na. Je vindt het in de tuin van het jongerenhuis. Sommigen kiezen hun slachtoffers buiten de familie, wildvreemd, ver weg. Dan zul je het slachtoffer niet tegenkomen en word je er ook niet mee geconfronteerd. Maar vaak is het slachtoffer je zus of je broer. Of een vriendinnetje. Of iemand die je kent uit de buurt of van de school. Dan kun je het slachtoffer of de slachtoffers tegenkomen en moet je je een houding aannemen.
Slachtoffers hebben recht op erkenning van het onrecht dat hen is aangedaan. Die erkenning moet vooral van de pleger komen. Dat is helend voor een slachtoffer. Over gevolgen voor slachtoffers kun je ook hier meer lezen.
Zoals bij de meeste vragen die we hier behandelen, is er geen eenvoudig antwoord dat voor alle situaties en voor iedereen van toepassing is.
Soms kan je het gevoel hebben dat het slachtoffer je medeverantwoordelijk voor het misbruik beschouwt: je bent immers de zoon of dochter van de pleger; je bent misschien zelf aan misbruik ontsnapt. Slachtoffers hebben niet altijd oor voor alle nuances en details in iemands mening, zeker niet kort na de feiten. En toch is het belangrijk dat je probeert om eerlijk en genuanceerd te zijn. Wat je vindt van het misbruik en van wat de pleger gedaan heeft, hoeft niet hetzelfde te zijn als wat je vindt van vader of moeder (zie vraag 4). Slachtoffers hebben recht op hun verhaal en op begrip voor en erkenning van hun moeilijkheden. Maar jouw leven en jouw relatie met het slachtoffer gaan ook verder, en het is ook belangrijk dat er niet alleen nog over misbruik gesproken wordt.
12. Hoe moet ik met de partner van de pleger omgaan, bijvoorbeeld met mijn mama?
De pleger heeft het gedaan. Er is een gerechtelijke tussenkomst of een andere interventie waardoor hulp op gang gebracht is. Of misschien is er nog helemaal niets op gang gekomen en leeft iedereen in spanning en onzekerheid. Deze vraag laat zien dat plegers beseffen dat seksueel misbruik alle gezinsrelaties aantast. Plegers vermoeden dat kinderen zich ongemakkelijk zullen voelen ten opzichte van de partner, bijvoorbeeld moeder.
Seksueel misbruik is fundamenteel misbruik van vertrouwen: en dat knagend gif kan een hele familie aantasten. Was moeder op de hoogte? Wist zij iets? Heeft zij genoeg gedaan? Meer en meer doet het gerecht ook onderzoek naar “schuldig verzuim”: wie wist allemaal van de feiten en heeft niet ingegrepen om onschuldige slachtoffers te beschermen?
Erover praten is niet altijd gemakkelijk, maar het kan wel helpen. Hulp zoeken is dan zeker niet verkeerd. De vraag naar “schuldig verzuim” of zelfs passief of actief mededaderschap kan terecht zijn. Maar ieder blijft verantwoordelijkheid voor wat hij wel of niet gedaan heeft.
13. Waarom ben ik niet misbruikt?
We begonnen deze reeks vragen, verzameld door plegers, met de vraag waarom ik? Waarom moet mij dit overkomen? Waarom moet ik via mijn vader/moeder met seksueel misbruik geconfronteerd worden?
Maar plegers vermoeden dat hun kinderen ook met de vraag kunnen zitten: waarom ik niet? Waarom koos vader of moeder iemand anders uit? Zeker als vader of moeder niet veel aandacht voor zijn/haar kinderen overhad, kunnen ze zich deze vraag stellen: waarom dan wel aandacht voor anderen.
Het lijkt of plegers dus vermoeden dat hun kinderen ook misbruikt wilden worden. Zo is de vraag niet bedoeld, maar ze zaait verwarring. Seksueel misbruik is helemaal niet hetzelfde als “aandacht”, maar het komt er wel bij .
Het klopt dat sommige kinderen met die vraag zitten: waarom ik niet? Vader heeft bijvoorbeeld een stiefdochter misbruikt en zijn eigen biologische dochter stelt zich de vraag: waarom ik niet? Waarom heeft hij nooit aandacht voor mij gehad? Waarom was hij er nooit voor mij? De vraag is dan niet “waarom ben ik niet misbruikt”, maar wel “waarom zag hij mij niet staan?”. Dit zijn heel verwarrende gevoelens en vragen die nog maar eens aantonen hoeveel wantrouwen en verdeeldheid misbruik kan veroorzaken.
14. Wat moet ik doen als ik nog andere verhalen van misbruik hoor?
Plegers en ook hun familie zijn er niet mee geholpen als misbruik wordt toegedekt en doodgezwegen. En voor slachtoffers geldt dit natuurlijk nog des te meer. Dit wil niet zeggen dat aangifte bij de politie altijd en overal de voorkeur moet genieten. Soms kiezen families ervoor om niet naar de politie te stappen. Ze hebben schrik dat de feiten in de buurt of in de nieuwe familie bekend zullen geraken en dat die negatieve berichtgeving zich tegen hen zal keren. Toch blijft voor politie en gerecht vaak de beste oplossing om op lange termijn aan veiligheid en herstel te werken. Maar er zijn ook andere mogelijkheden. Het slachtoffer kan zeker aangemoedigd worden om hulp te zoeken en door spreken over wat er nu moet gebeuren. Vertrouwenscentra Kindermishandeling hebben ook zeer veel ervaring in het omgaan en respectvol naar oplossingen zoeken in geval van seksueel kindermisbruik.